Het was saaiheid troef bij de namen van kinderen van NRC-lezers in 1971. Eigenlijk wilde ik een stukje schrijven over mensen die deze maand 50 worden, maar ik merkte pas na 15 NRC’s doorspitten dat ik bezig was in 1971 in plaats van 1970.
Niet getreurd: de namen van deze 115 mensen zijn waarschijnlijk ongeveer dezelfde als die van juni 1970 zouden zijn. Ik hoopte op een soort hockeynamen avant la lettre, maar het is goeddeels een hele reeks conservatieve namen.
Goed, deze kinderen van NRC-lezers worden nu dus 49: gefeliciteerd met jullie 50e levensjaar 🙂
NRC-kinderen woonden in de Randstad, of in het buitenland
Bijna de helft van de 113 gezinnen met 116 kinderen woonde in juni 1971 in Rotterdam (12), Amsterdam (11), Den Haag (7), of in het buitenland (21). Die laatste groep kon wellicht moeilijk geboortekaartjes rondsturen?
De overige kinderen kwamen voor het overgrote deel terecht in de Randstad, zoals in Utrecht, Heemstede, Hilversum, Amstelveen, Blaricum, Noordwijk, Leiden, Ouderkerk aan de Amstel. Alleen Velp (Gelderland) en Groningen kwamen vaker dan eens voor op de lijst.
NRC jongensnamen in 1971
Van Pieter tel ik er drie en van Daniël en Jeroen zijn er elk twee. Gelukkig lekker veel dubbele namen: Jaap-Jeroen, Jan-Joost, Jan-Willem, Mark-Jan en Peter-Paul (zijn alle opa’s ook meteen vernoemd).
Slechts acht jongens krijgen één voornaam, de rest heeft er minstens twee en soms wel vier. Een paar opvallende namen: Casijn, Pyrrhos (zijn ouders woonden in Griekenland), Gautier (een Franse spelling van Walter), Moore (de achternaam van de moeder, foei!) en Meïr.
Het zusje van Michiel heeft een bijzondere tweede naam: Tsahai – zonneschijn in het Swahili (spreek uit: saa-HAAI). Hun ouders woonden tijdens haar geboorte in Ethiopië. Misschien waren ze geïnspireerd door de bijzondere geschiedenis van prinses Tsahai Haile Selassie (1919-1942)?
Tot slot in de jongenslijst wat lekker ouderwetse namen, zoals Diederick, Ernest, Everhard, Henric, Jozua, Reynout, Ritsaert. Die laatste twee zijn broers in het middeleeuwse verhaal van De Vier Heemskinderen, waarvan me vooral is bijgebleven hoe het paard zich liet verdrinken omdat het dacht dat zijn meester niks meer van hem wilde weten. Gezellige boeken moesten kinderen vroeger lezen!
jongens |
---|
Alain Paul Arthur Alexander Henric Arnold Jules Diederick Ate Christian Jurriën Michel Hendrik Daniël Daniël Henri Edward (Frank) jonkheer David Johan Frédéric Denis Johannes Carolus Evert Reinier Pieter Frans Jozua Iskander (Iman, Ariaan) Gijs Hans Ritsaert jonkheer Hendrik Casijn Herman Marius (Marije) Jaap-Jeroen Jacob Christiaan Jan Martijn Jan-Joost Christiaan Jan-Willem Ernest (Henriëtte, Matthijs) Jeroen Jeroen Edo (Hans, Marjoleine) Johannes Jochem Laurens Anton Mark-Jan Martijn Geert Johannes Meïr Joseph Owed Michaël Michiel (Victoria Tsahai) Niek Paulus Everhard Peter Gautier Peter-Paul Christiaan Philip Willem Pieter Evert Pieter Hendrik Pieter Johannes Pyrrhos jonkheer Reynout Eric Diederick Robert Casper Ronald Paul Rutger Thijs Jonathan Tom Alexander jonkheer Vincent Charles William Johannes Moore Wouter Jan |
NRC meisjesnamen in 1971
Bij de meisjes elk twee keer Anna, Barbara, Elisabeth/Elizabeth, Emilie/Emily, Marie, Nienke, Sandra en een Anne Floor en Annefloor (plus een Anneloes).
Een paar namen die eruit springen: Agatha (ook in 1971 al een ouderwetse naam), Ariadne (een prinses in de Griekse mythologie; maar natuurlijk vooral een tijdschrift met handwerkpatronen), Barbe Corneille, Clemence Libuse, Hjordis, Resi, Selly. En Wendela, die in het kielzog van Wendy een typische jaren ’70-modenaam werd.
En we vonden zo’n beetje de eerste Nederlandse naamdragers van Amélie, Freya, Joy en Kira, Lyra (zusje van jaren ’70 Erika en José), Mirre – 50 jaar later toch behoorlijk populaire namen.
meisjes |
---|
Agatha Sophia Albertine Alexandra Elisabeth Anna Eleonore Anna Maria Clara Feyoena Anne Floor Annefloor Anneloes Rosemarijn (Frederiekje) Arianne Amélie (Alexander) Barbara Barbara Brenda Birgitta (Sandra, Alwin) Carolien Elisabeth Christiane Friederike Anna Christina Anne Clemence Libuse Danielle Jacqueline Eleonora Frederike Margaretha (Reinier, Marike, Martijn, Aarnoud) Eline Elisabeth Alexandra Suzanne Elizabeth Frederike (Andrea) jonkvrouw Emilie Norina Emily Christien Enrike Fleur Rosandra Erika Johanna (Lyra, José) Eveline Emanuela (Michaël) Florine Francisca Veronica Freya Simone (Esther) Hanneke Joanna Henrica Willemina Henriette Eleonore Hester Muriel Hilletje Ingrid Elisabeth Hjordis (Anne-Christine) Isabelle Jacqueline Marguerite Jantien Jorien Josephine Renée Joy Julietta Eleonora Justine Rose Karina Resi (Peter) Kira Alexandra Wilhelmina Laurine (Matthijs) Machteld (Martijn, Jeroen) Marie Cecille Marie Godelieve Barbe Corneille Marijne Renske Victoria (Annet, Arriën) Mirre Neeltje Jacoba Nicolien Reina Nienke Albertine Nienke Willemijn Minke (Laura) Pauline Ariadne (Hans, Evert, Mariëtte) Philippa Sandra Elisabeth Sandra Stephanie Sarah Albertine Selly Valerie Frederique Wendela Jacoba Florence |
Feyoena: een eeuwenoude naam
Een opvallende naam in de meisjeslijst is die van Anna Maria Clara Feyoena. Feyoena ziet er op het eerste gezicht uit als een soort lelijk gespelde 2020-naam (Fay-Yuna o.i.d.), maar het blijkt een oude naam te zijn, afgeleid van de Friese naam Feie (‘vrede’).
“Deze naam komt voor in de geslachten Van Harinxma thoe Slooten, Sirtema van Grovestins en Sytzama”, zegt het Meertens, en inderdaad, in familieberichten zie je deze drie (adellijke) families nog altijd terug.
De bekendste Feyoena was Clara Feyoena van Sytzama (1729-1807), een dichteres. Op het landgoed in Overijssel waar ze tot haar dood woonde, werd twee jaar na de geboorte van NRC-Clara Feyoena een gelijknamig verzorgingshuis geopend. Het bestaat nog steeds.
Het meisje dat in 1971 werd geboren lijkt eerder naar oma aan moederskant vernoemd: jonkvrouw Anna Maria Clara Feyoena van Valkenburg (1912-2006). Deze vrouw is op haar beurt vernoemd naar háár grootmoeder: barones Anna Maria Clara Feyoena van Sytzama (1863-1959).
Vijf kinderen van adel
We blijven even bij het blauwe bloed. Van de 47 jongens op de lijst zijn er maar liefst vier van adel: jonkheren David, Hendrik, Reynout en Vincent. Een jonkheer is iemand die van adel is, maar geen titel draagt.
Bij de meisjes vinden we barones Emilie, dochter van een baron en barones die beiden uit een familie komen waar de titel overgedragen mag worden op alle nakomelingen, zowel mannelijk als vrouwelijk. Dat geldt niet voor alle adellijke titels en zeker niet voor alle adellijke families: soms kan een titel bijvoorbeeld alleen worden doorgegeven van vader op (eerstgeboren) zoon.
Er zijn in Nederland bijna 600 families van adel. Ruim de helft daarvan heeft geen titel; de leden ervan zijn jonkheer- of vrouw. De rest heeft een of zelfs meerdere titels, van ‘laag’ naar ‘hoog’: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins.
De meest voorkomende titel is baron, daarvan zijn er ruim 200. Ruim veertig Nederlandse families hebben een graaf in hun midden; van ridders en burggraven zijn er maar een handvol. In Nederland wonen geen hertogen of markiezen meer.
Van prinselijke families zijn er twee: De Riquet de Caraman en De Bourbon de Parme. Er is natuurlijk ook nog de titel ‘Prins(es) van Oranje-Nassau’, maar dat is eh… een speciaal geval.