Enige tijd geleden was er in Amsterdam grote discussie over de voornaam Jihad. Tot voor enige jaren was dit – net als Osama (‘leeuw’) – een perfect normale Arabische naam.
Jihad, een uniseksnaam die ‘heilige strijd’ betekent, wordt tegenwoordig geassocieerd met oorlog en terrorisme, terwijl de verklaring eigenlijk slaat op een “innerlijke strijd”, die je met jezelf moet voeren om zuiver te kunnen geloven.
Uiteindelijk bleek de naam al zo frequent in Nederland dat het de ouders van een pasgeboren kind niet geweigerd kon worden de naam aan hun dochter te geven.
Ik kan het zo snel niet terugvinden, maar ik kan me herinneren dat de vader van het meisje geen enge bijbedoelingen had. Hij was wat naief geweest in zijn keuze en zijn dochter kreeg al met al een andere voornaam.
Datzelfde kan niet gezegd worden van een andere vader, die zijn kind Jihad wil noemen. De in Turkije geboren Duitse Reda Seyam (47) verdedigde voor de televisiecamera’s de aanslagen in New York en op Bali, enkele jaren geleden.
Grijnzend nam hij zijn zoon op schoot en zei: “Je was nog maar nauwelijks ter wereld en je was in de rechtbank. Jouw strijd is al begonnen”.
Overigens mag hij zijn inmiddels 18 maanden oude zoon gewoon Jihad noemen, ook weer omdat de naam al langer bestaat.