Professor Cleveland Evans speurt in de gegevens van de Amerikaanse Sociale Verzekeringsbank naar opvallende voornamen. Het zou aardig zijn als hij eens in de gegevens over 2004 zou duiken, maar hij blijft maar in het jaar 2000 hangen.
Toch altijd weer leuk om te lezen, wat Amerikanen voor wonderlijks weten te verzinnen.
Een aantal Amerikaanse baby’s kreeg in 2000 een merknaam als voornaam. Dat is overigens niets nieuws: in Nederland hebben we er ook een handje van.
Het gaat daarbij (natuurlijk) niet om de minste merken, zoals van beauty company L’Oreal.
Ook autofabrikanten en -merken zijn in trek: Chevrolet, Chevy, Celica en Infiniti.
Twee jongetjes in Michigan en in Texas werden ESPN genoemd, naar een in de VS erg populaire sportzender.
Evans vond zeven jongens met de naam Del Monte, het bedrijf van het ingeblikte fruit inderdaad. Niet minder dan 49 jongens werden Canon genoemd, naar het cameramerk.
Kledingmerken, -designers en -typen zorgden echter voor de meeste inspiratie: bijna 300 meisjes werden Armani genoemd, zes jongens Timberland en zeven jongens Denim.
Tot slot vraag je je af waarom zes ouderparen ervoor kozen om hun pasgeboren zoon Courvoisier te noemen. Sjieke cognac.
Voor alle mensen die zich zorgen maken over de toekomst van kinderen met dit soort namen heeft Cleveland Evans een antwoord:
“Het is in wezen niet anders dan in de 19de eeuw, toen ouders hun kind Ruby of Opal noemden… het weerspiegelt hun verwachtingen. (…) Namen als Armani en Chanel, die geassocieerd worden met geld of exclusiviteit, geven de materiële hoop van dit soort families aan.”