‘Ik vind Jan-Willem een rare naam,’ zegt Madelief.
‘Waarom?’ vraagt Roos, ‘ik vind hem juist mooi.’
Jan-Willem zegt niks. Hij peutert met zijn vingers in het gras. Het lijkt net of ie daar iets belangrijks ziet.
‘Wat is het nou?’ gaat Madelief verder. ‘Jan of Willem? Eén van de twee.’
Roos lacht. ‘Jan,’ zegt ze. ‘Zo heet ie niet. En Willem heet ie ook niet. Het is gewoon Jan-Willem.’
‘Maar hij is toch geen twee jongens?’
Jan-Willem trekt plotseling een lange worm tussen het gras vandaan. Hij zwaait ermee voor Madelief haar neus heen en weer. Maar die is niet bang.
‘Als je zo’n worm doormidden hakt, krijg je twee levende wormen,’ zegt ze.
‘De ene helft krijgt een nieuw kontje, de andere helft een nieuw koppie.’
‘Haha, kontje,’ grinnikt Jan-Willem.
Of je ze nou vrijwillig hebt gelezen in de zesde klas (heb ik zulke oude lezers?), of ertoe gedwongen bent in groep 8: we zijn allemaal groot geworden met Madelief, Kruistocht in Spijkerbroek en De Schippers van de Kameleon.
Hoog tijd om eens na te kijken hoe de hoofdpersonen in tien van die klassieke jeugdboeken ook al weer heten. En te bedenken of er evenveel inspiratie te vinden is in een Fries familierelaas uit 1903 als in een meermaals verfilmd verhaal uit 1981.
- Nienke van Hichtum – Afke’s Tiental (1903) – Afke, Wiepkje, Eeltje, Sietske, Sipke, Saapke, Ate Jetske; Marten, Watse, Jouke, Klaas, Jetse, Bouke, Wiebe
- Cissy van Marxveld – Joop ter Heul (1919) – Joop, Julie, Mol, Kit (Katharina), Suzanna, Loutje, Noortje, Pop, Pien; Leo
- Hotze de Roos – De schippers van de Kameleon (1949) – Esther; Hielke, Sietse, Gerben, Simon, Tinus
- Annie M.G. Schmidt – Minoes (1970) – Minoes, Bibi, Leentje, Moortje; Tibbe, Harrie
- Jan Terlouw – Koning van Katoren (1971) – Stach, Gervaas, Hendrik, Karel, Bastiaan, Bonifatius, Tom, Philip
- Thea Beckman – Kruistocht in spijkerbroek geb (1973) – Ilse; Dolf, Anselmus, Johannis, Leonardo, Nicolaas, Thaddeus, Gardulf
- Guus Kuijer – Met de poppen gooien (1975) – Madelief, Roos; Jan-Willem
- Sjoerd Kuyper – Het Zakmes (1981) – Tim, Mees
- Francine Oomen – Hoe overleef ik mijn vakantie? (1998) – Rosa, Esther; Jonas, Vincent, Alexander
- Jacques Vriens – Achtste groepers huilen niet (1999)- Akkie, Ina, Christel, Elise, Veerle, Tamara; Bram, Joep, Laurens
Ik moet bekennen dat ik een zwak heb voor de vroeg-twintigste eeuwnamen van Cissy van Marxveld. Zelfs Puck (waarover ze later schreef) zou mij tussen vriendinnen als Jopie, Pop en Pien in de ontdooistand brengen. Al het Friese geweld van Sietse, Sietske, Sipke, Saapke, Jouke en Bouke vind ik minder leuk.
Veel prettige jeugdboeken werden in de jaren zeventig geschreven, al begrijpen kinderen van nu waarschijnlijk niet meer waar al dat gedoe vanwege gescheiden ouders en meisjes die jongensdingen willen doen vandaan komt. Hoe dan ook, Guus Kuijer heeft er eigenhandig voor gezorgd dat er al dertig jaar meisjes rondlopen die door hun ouders hoopvol Madelief zijn genoemd.
Een soortgelijke invloed had Sjoerd Kuyper, toen Mees begin jaren negentig in de op zijn boek gebaseerde televisieserie Het Zakmes verscheen. Ik vrees dat een soortgelijke populariteit niet weggelegd is voor Akkie, de achtstegroeper die in Vriens’ boek sterft aan leukemie.
Ik vond een paar namen die volgens mij (nog/weer) goed bruikbaar zijn, maar geen top 20 materiaal: Bibi, Julie, Rosa en Veerle; Jonas, Leo, Marten, Philip, Simon, Stach, Tibbe en Vincent bijvoorbeeld.
Mis ik boeken met goede hoofdpersonen? Zien jullie een 2009 kind genaamd Pop of Jetse voor je?