Heb je je ook altijd afgevraagd waarom de boekenkasten in je studeerkamer Billy heten? En de gordijnen Doreen? Het Duitse tijdschrift Stern denkt het antwoord gevonden te hebben.
Kwade tongen beweren dat een klein groepje mensen ergens in Zweden opgesloten zit en dat ze alleen vrijgelaten worden als ze maar voldoende verwarrende productnamen weten te verzinnen.
In werkelijkheid gaat het om twee Zweedse Ikeamedewerksters die onderweg in de auto nieuwe namen tegenkomen.
Ze gebruiken ook landkaarten, kalenders, woordenboeken, synoniemenencyclopedieën en andere naslagwerken.
Het voordeel van het gebruik van echte namen in plaats van artikelnummers wordt al snel duidelijk in de winkel: medewerkers hoeven niet per sé eindeloze rijen getallen in te toetsen (alhoewel ik die getallen in het magazijn toch altijd gebruik om het zeker te weten, maar dit terzijde) en klanten hoeven alleen namen te onthouden of op te schrijven.
Ook krijgen de meubels een persoonlijke noot door het gebruik van herkenbare namen. Dat werkt niet alleen zo in de winkel, maar ook in gesprekken op verjaarsfeestjes en op verkoopkanalen als Marktplaats. Je verkoopt daar makkelijker een “Pax kast” dan een anonieme “driedeurs hang-legkast”.
Ikeaspullen hebben overal ter wereld de zelfde namen. Al sinds het begin van de jaren zeventig danken de meeste meubels en andere verkoopwaar hun naam aan Zweedse steden en waterwegen (Klippan, Krokshult), maar er is meer.
- Bedden, kledingkasten en garderobespullen: Noorse plaatsnamen.
- Eettafels en -stoelen: Finse plaatsnamen.
- Tapijten: Deense plaatsnamen.
- Meubels en handgrepen: Zweedse plaatsnamen.
- Tuinspullen: Zweedse eilanden.
- Boekenkasten: beroepen.
- Badkamerspullen: Scandinavische rivieren en meren (Åsnen, Vänern).
- Verlichting: Zweedse termen binnen de muziek, scheikunde, meteorologie, jaargetijden, maanden, dagen, maten, gewichten, boten en zeemanstaal (Orgel, Hagel, Beryll).
- Stoelen en bureaus: mannennamen (Ingo, Anton).
- Stoffen en gordijnen: meisjesnamen (Gudrun, Lenda).
- Gordijnaccessoires: wiskundige en geometrische begrippen.
- Linnengoed en kussens: bloemen, planeten, juwelen.
- Kinderspullen: zoogdieren, vogels, bijvoeglijke naamwoorden.
- Dozen, posters, kaarten, lijsten, klokken: Zweedse plaatsnamen, uitdrukkingen.
- Keukenspullen: buitenlandse woorden, kruiden, specerijen, vis, paddestoelen, fruit, bessen, maar ook afleidingen van de functie van de producten. Zo betekent Krossa in het Zweeds ‘vermalen’; de naam van doos Förvar geeft aan dat er iets in bewaard kan worden.
Maar wat een Billy precies doet, ontgaat me even.
Link via Boing Boing