Toen ik in juni 1992 naar Amsterdam verhuisde, stond Ed van Thijn nog aan het roer van de stad.
Er staat me weinig van bij, behalve dat hij twee jaar later ineens naar Den Haag verdween om er gedurende een paar maanden minister van Buitenlandse Zaken te worden.
De burgemeester van mijn studententijd was Schelto Patijn, die vandaag na een periode van gezondheidsproblemen op 70-jarige leeftijd overleed.
De naam van de goede man was net zo opvallend als zijn pogingen de levendigheid (en, toegegeven, bandeloosheid) van onze hoofdstad in te dammen.
Hij was verantwoordelijk voor het sluiten van een aantal zeer duistere coffeeshops in de stad, wat hem een eigen marihuanasoort opleverde: Schelto skunk.
En voor het instellen van een tippelzone op een Amsterdams industrieterrein, omwille van meer veiligheid voor prosituees. Ook sprong hij in de bres voor de Turkse kleermaker Gümüs, die noodgedwongen terug moest naar zijn vaderland.
Helaas hebben we ook het verbieden van de (in mijn herinnering) geweldige vrijmarkt in de nacht voor Koninginnedag aan hem te danken.
Het is zijn jongere broer Michiel die als achter-achter-achter-achter etc. kleinzoon van zeeheld Michiel de Ruyter de familienaam heeft gekregen; waar de oud-burgemeester zelf zijn naam aan dankt, is niet zeker.
Zijn achternaam is helder; een patijn is een soort schoen met een dikke zool, een klomp, later ook een schaats. Een andere voorouder is begin 19e eeuw wellicht patijnmaker geweest.
Als voornaam kreeg het eerste kind in het bestuurdersgezin Patijn een naam mee die ‘bestuurder over bezittingen, vertegenwoordiger van het landsheerlijk gezag’ betekent.
Geweldig, nooit bij stilgestaan, zeer toepasselijk. Zie ook de vergelijking met het woord ‘schout’.
Met zijn vrouw Elisabeth Anna of toch maar Elisabeth Stroink kreeg Schelto Patijn drie kinderen: Leopold, Heleen en Mariëtte.
jep de mannelijke versie van ons dametje is schelto/skelte..ik vind die laatste persoonlijk mooier.
Schelto’s echtgenote was Elisabeth Stroink, niet Anna.