De eerste in de reeks van een nieuw rubriekje: "Herkomst". Mongooltjes? Veel mensen zijn bekend met de uiterlijke, aangeboren kenmerken van mensen met de chromosoomafwijking die het syndroom van Down is genoemd, zoals amandelvormige ogen, een vlak achterhoofd en een kleine gestalte. Niet iedereen weet echter waar "Down" voor staat, of waar het volkswoord "mongooltjes" vandaan komt. Er is een oppervlakkige gelijkenis met de trekken van het Mongoolse ras. In de 19e eeuw was het geloof dat het Kaukasiche (blanke) ras superieur was aan het Mongoolse ras, wijdverspreid. Men dacht dan ook dat de geboorte van kinderen met dit syndroom een "terugval" in de menselijke ontwikkeling was. Tot op de dag vandaag worden mensen met het sydroom onterecht en denigrerend "mongooltjes" genoemd (bron: Wikipedia). Ontdekker Het syndroom is genoemd naar John Langdon Haydon Down (1828-1896) die de afwijking in 1866 voor het eerst beschreef. In het Earhwood Asylum for Idiots in Surrey verbleef een verstandelijk gehandicapte man, met een aantal opvallende fysieke kenmerken. Down was al op jonge leeftijd geïnteresseerd in wetenschap; hij verliet school op zijn 13e, om zijn vader te assisteren, die apotheker was. Op zijn 18e vertrok hij uit Cornwall als chirurg naar Londen, om zich daar in zijn "privé kliniek" verder te bekwamen in zaken als aderlaten en tandentrekken. Hij bracht het uiteindelijk tot assistent van Michael Faraday (die van de kooi), waarna hij toch verder studeerde in de medische praktijk. Hij wijdde zijn carrière aan het onderzoeken van tot dan toe geheel genegeerde geestelijk gehandicapte kinderen. Zijn werkwijze leidde in heel het Verenigd Koninkrijk tot grote veranderingen in de zorg voor deze bijzondere groep mensen.