Eind 1992 begon Jari Litmanen (nu 41) aan zijn zege als stervoetballer bij Ajax. De sympathieke Fin zorgde niet alleen voor een eindeloze doelpuntenreeks, maar ook voor een serie vernoemingen.
Vanaf 1994, toen Litmanen een basisplaats in het eerste elftal had veroverd als opvolger van Dennis Bergkamp, merkten de zwangere Ajaxfans hem op. In dat jaar werden er vanuit het niets 74 kleine Jari’s geboren. Op het hoogtepunt, twee jaar later, waren dat er maar liefst 205!
Daarna nam de populariteit van (de naam) Jari wat af, maar er bleven ieder jaar tussen 75 en 100 Jari’s ter wereld komen. Vorig jaar waren het er 85.
Documentaire
Vandaag meldde Het Parool dat Litmanen zijn oude woonplaats niet vergeten is – en zijn pubernaamgenoten ook niet. Er wordt dit jaar een documentaire gemaakt over zijn leven als als profvoetballer:
Litmanen, die nog altijd een huis in Amsterdam heeft, gaat in het programma over zijn 25-jarige loopbaan onder meer opzoek naar alle Jari’s die vanaf de jaren negentig geboren zijn in Nederland. In Finland een net zovaak gehoorde naam als Jan bij ons, maar tot de komst van de publiekslieveling hier zelden tot nooit voorkomend.
‘Ik heb wat Jari’s gesproken, en dat zijn er héél wat’, zegt de vandaag 41 geworden Litmanen, die nog altijd professioneel voetbalt bij Helsinki SK in eigen land, met een glimlach. ‘De meesten zijn groot geworden.’
Amsterdam versus de rest van Nederland
Opmerkelijk is dat de naam Jari door heel Nederland heen gegeven wordt, niet alleen in Amsterdam en omgeving. Ja, zelfs in Rotterdam.
In totaal zijn er nu bijna tweeduizend Jari’s in Nederland die tussen de 0 en 16 jaar oud zijn. Nog eens ruim 400 jongens dragen Jari als tweede naam. De ArenA maak je er niet mee vol, maar toch aardig.