De populairste Tsjechische namen over 2014 zijn bekend gemaakt. Net als in Polen is Jakub (Jacob) ook in Tsjechië de populairste jongensnaam. Voor de meisjes gaat Eliška aan kop, de Tsjechische schrijfwijze van Elisa of Elisabeth.
Er werden vorig jaar 104.000 kinderen geboren in Tsjechië, waarvan maar liefst 2.902 jongens de nummer 1 naam (Jakub) kregen. Dat is bijna 5,5 procent, terwijl de populairste jongensnaam van Nederland (Daan) in ons land nog geen 1 procent haalt.
Tsjechen zijn sowieso nogal behoudend in hun naamkeuze: voor de eerste plaats rouleerden sinds 1945 slechts zes verschillende voornamen!
Alhoewel Jakub al jaren de populairste jongensnaam is, haalt hij niet eens de top 10 van alle Tsjechische jongensnamen. Er zijn in Tsjechië veel meer mannen die Jiří (George), Jan, Petr, Josef of Pavel (Paul) heten. Onder alle vrouwen zijn Marie, Jana, Eva, Hana en Anna de meest gegeven Tsjechische voornamen.
Ouderwetse namen
Doen Tsjechen ook aan retronamen, net als wij met onze Emma, Sophie, Gijs en Teun? Niet echt, want de meeste namen die rond de vorige eeuwwisseling populair waren, zijn dat honderd jaar later nog.
Maar voor de echte nerds onder ons: de populairste namen onder Tsjechen die tussen 1900 en 1915 geboren zijn en nu nog leven: Marie, Anna, Božena, Růžena, Ludmila, Františka, Emilie en Josef, František, Václav, Jan, Karel, Antonie en Jaroslav. Klinken ze niet veel romantischer dan onze Johannes en Cornelia?
Verderop in de eeuwlingenlijst staat nog Vlasta. Ik ging naar school met een stoere Vlasta (“autoriteit”) en kan me herinneren dat ze toen (met Wiclef en Jade) de bijzonderste naam van de klas had. Grappig genoeg was haar naam zelfs toen al een ‘oudemensennaam’, want de jongste van de bekende Vlasta’s die ik kon vinden, waren toen zij ter wereld kwam al ver in de veertig.
De meest gegeven meisjesnaam in Nederland was tot een paar jaar geleden Maria. De naam raakt nu versneld in de vergetelheid.
Terwijl een naam als Elisabeth misschien wat minder vaak voorkwam, lijkt die naam op het eerste gezicht langer te overleven dan de naam der namen: Maria.
Het katholieke gebruik om ieder kind, jongen of meisje, Maria te noemen als eerste of als volgnaam is vanaf de jaren ’50 steeds verder in onbruik geraakt. Ook de afgeleide roepnamen doen merendeels ouderwets aan.
Een op de drie vrouwen heette Maria
Voor mij is Maria een heel bijzondere naam: mijn beide oma’s heten zo, net als mijn moeder. Mijn vader wilde me naar verluidt geen naam-met-Maria-erin wilde geven en daarom nam mijn moeder genoegen met de ‘ma’ in Emma 🙂
Mijn ouders waren in die periode (we spreken hier over de bruinoranje jaren zeventig) niet de enige die afscheid namen van tradities. Afgeleide namen als Marion en Marije werden in rap temp van roepnaam tot officiële paspoortnaam getransformeerd en een naam als Marit is tegenwoordig populairder dan Maria zelf.
In de grafiek hieronder zijn Maria en de belangrijkste ‘echte’ afleidingen bij elkaar geteld.
Nog maar een halve eeuw geleden werd maar liefst eenderde van de pasgeboren meisjes Maria genoemd: 10 procent als eerste naam, 25 procent als tweede naam. Die devotie was overigens van betrekkelijk recente datum, want rond 1900 heette ‘maar’ eenvijfde van de meisjes Maria.
Vandaag de dag krijgt nog maar 0,3 procent (circa 250 meisjes per jaar) van de baby’s de naam Maria. Best verrassend: nog altijd krijgt 5 procent van de meisjes (4.800 in 2010) Maria als tweede of derde naam!
Ook jongens krijgen trouwens nog steeds Maria mee als volgnaam. In 1954 (een door de paus ingesteld Mariajaar) gold dat voor maar liefst 17 procent van de mannen, maar zelfs de afgelopen jaren werd bijna 1 op de 100 jongens Maria genoemd.
Maria was ooit verboden
Maria blijft dus veruit de populairste meisjesnaam van Nederland, alleen merk je er in het dagelijks leven niet zoveel van. Een enkeling zal nog wel voluit Maria worden genoemd, maar de meeste Maria’s hebben van geboorte af aan een andere roepnaam.
De eerste bekende Maria – om maar even bij het begin te beginnen – was Mirjam, de zus van Mozes en Aäron is het Oude Testament. In de loop van de tijden verschoof de schrijfwijze van Mirjam (Hebreeuws) via Mariam (Grieks) naar Maria (Latijn).
Maria (‘bitterheid’) werd volgens het Meertens Instituut uiteindelijk pas ergens in de Middeleeuwen een gebruikelijke meisjesnaam in Nederland en Vlaanderen. Tot die tijd vonden mensen het niet gepast om de naam van de moeder van Christus als persoonsnaam te gebruiken. Frankrijk verbood het gebruik van Maria als doopnaam zelfs lange tijd.
Maar even over Jezus dan
Over die Maria-schroom zijn de meeste katholieke Nederlanders in de loop van de tijd meer dan heen gekomen; hetzelfde kan niet gezegd worden voor de naam van Jezus Christus. Verboden is de naam Jezus niet per sé, maar het feit dat nog geen handvol Nederlandse mannen Jezus of Christus heet, geeft wel aan dat de naam hier nooit gebruikelijk is geworden.
Er is wel een klein aantal mannen dat namen draagt als Jesus/Jesús (18 als eerste naam, 189 als tweede) of Christ (68 als eerste naam, 107 als tweede), maar van harte is dat nooit gegaan. Dat is in Spanje en andere landen met een grote Spaanstalige bevolking wel anders. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld staat Jesus al zeker een eeuw in de landelijke top 500, waarvan de laatste 25 jaar zelfs in de top 100.
Marchien, Marijke, Mascha
Terug naar Maria!
Tot de oorlog had iedere regio zijn eigen Maria-roepnamen: in Drente Marchien, in Friesland Marrit en Maayke, in Overijssel Meike, in Zeeuws-Vlaanderen Riete. Afkortingen als Rie en Marie waren algemener in gebruik.
Na die tijd veranderde er veel op namengebied in Nederland. Het halve land werd in 1947 geïnspireerd door de geboorte van het jongste prinsesje: Maria Christina, roepnaam Marijke. Onder invloed van het Engels kwam ook Mary op, naar keuze p[ zijn Nederlands uitgesproken als Merrie of Meerie.
In de decennia daarna volgt een eindeloze sloot op elkaar lijkende namen: Marianne, Marja, Mariëtte, Marion en Mariëlle. Wie heeft ze niet als zus of tante of buurvrouw?
Pas in de jaren zeventig komen er uit het oosten wat nieuwe varianten, zoals Mascha en Mariska. Een paar jaar later beleven we een enorme opleving van de degelijke hollandsche namen: Maaike, Maartje, Marije, Marjolein, Marleen, Marlies, Marloes, Mieke.
Daarna is het – op het onverwachte succes van het Franse Manon na – even stil op het Mariafront. Pas de afgelopen jaren zien we weer wat Maria-roepnamen opduiken. Mara, Marit en Meike voor de no nonsense ouders, Meryem voor Turks-Nederlandse meisjes en sinds een jaar of twee schiet short & sweet Mia omhoog.
In onderstaand overzicht zie je welke roepnamen in een bepaald decennium het populairst waren. Dat betekent niet dat ze nu niet meer voorkomen onder verse baby’s.
Maria-roepnamen
< 1900
Marchien, Margje
Maria
Marretje, Martje
1900-1910
Rie
1920-1930
Marie
Riek
1930-1940
Riet, Rietje
1940-1950
Marijke
Mary
Ria
1950-1960
Marianne, Marjanne
Marja
Rita
1960-1970
Annemarie, Anne-Marie
Marian, Marjan
Mariëtte
Marion, Marjon
1970-1980
Mariëlle
Marije
Mariska
Mascha
Miriam, Mirjam
1980-1990
Maaike
Marieke
Marjolein, Marjolijn
Marleen
Marlies
Marloes
Mieke
1990-2000
Manon
Marissa
2000-2010
Mara
Marit
Meike
Meryem
2010-nu
Mia
Inspiratie
We zitten nog net te dicht op de jaren zeventig/tachtig om weer verliefd te worden op stevige namen als Marjan, Marije, Mariska, Marjolein of Rianne. En traditionele namen als Marchien, Marretje, Margje en het wat ongelukkige Mie of Mietje klinken ons te ‘oud’ in de oren.
De toekomst zit dus bij die tussengeneratie: Miep, Mies, of Marie. Mara en Mare zijn een beetje over hun hoogtepunt heen, maar toch zeker nog acceptabel.
Maja/Maya en Mia zijn enorm aan het stijgen in populariteit en ik zie ook wel een bescheiden toekomst voor Mimi.
Uit het buitenland kunnen we Minnie, Moira, Maire, Mikke, Mitz, Mirja en Mizzi halen. En wie wist trouwens dat Merlijn een officiële afleiding van Maria is?
En wat is er mis met gewoon Maria? Je weet dan vrij zeker dat je dochter de enige met die naam is in haar klas- en klassieker zul je hem niet kunnen vinden!
I’ve just met a girl named Maria,
And suddenly that name
Will never be the same
To me.
Jihad is geen doorsnee naam voor een Duitse baby. Wat voor namen krijgen pasgeboren baby’s in Berlijn dan wel dezer dagen?
Even verder bladerend door de Morgenpost vond ik plaatjes van tientallen andere pasgeborenen in de Duitse hoofdstad.
Dit zijn de eerste 53 baby’s van de 340 in de fotoserie Willkommen in Berlin.
tweelingen
Arthur & Lisbeth
Bijan & Dariusch (broers: Ramin en Kiyan)
Charlotte-Leeloo en Ronja-Isabelle
jongens
Alexander
Antoine
Benjamin
Bjarne Rasmus
Carlos
David
Emil
Frederik
Jakob
Joscha-Noél
Joshua Adrian
Julian Fionn
Juri Valentin Johannes
Leon
Linus Friedrich
Maximilian
Maximilian Elias
Michael
Roman
Ruben Augustin
Vincent
meisjes
Alina Chiara
Amelie Laura
Annika
Ava Helena
Carlotta
Emily Eileen
Finja Theresa
Hannah
Jaimy Kimberley
Johanna Amalia
Kira Lynn
Lanea
Lara
Larissa
Laura
Leonie Nicole
Lina Lucia
Lina Sadee
Marie Sophie
Marie Sophie (II!)
Philline
Sonja Milena
Thorina* Gilda
Zara
Zoe Jinpa
* Uitleg bij de naam in het artikel: “Thorina is de vrouwelijke vorm van de god van de donder, Thor. [Thorina’s] vader Andreas Klugmann (45, straatveger) draagt zijn hamer altijd om zijn nek.”
Veel L-namen voor meisjes, zo valt op. Net als het twee keer voorkomen van Lina en Marie (met zelfs beide dezelfde tweede naam: Sophie) voor meisjes en Maximilian voor jongens.
Ik vind Lanea en Finja leuk gevonden: echt van die namen die bekend klinken, maar het niet zijn.
Al met al voor mijn vermoeide kortkorterkortst-namen-ogen een prettig rijtje van ‘echte’ voornamen.