Vanmiddag hadden we Maurice, Martijn en Martin over de vloer. Het hadden broers kunnen zijn, of buurmannen, of collega’s, maar in werkelijkheid zijn het twee dertigers en een peuter. Die blonde peuter, Martijn, wordt ook wel Tijn of Tijntje genoemd.
Wonderlijk genoeg heeft alleen de MA-naam Martijn de jaren zeventig overleefd: Maurice en Martin, maar ook Maarten, Marten, Manuel, Machiel, Marcel, Marco, Marnix en Marlon zijn allemaal exit. Max, Mark, Maas en Mats doen het nog wel goed, maar die zijn dan ook kort-en-dus-stoer.
Waarom is Martijn dan nog wel een (redelijk) populaire naam onder kinderen die in de jaren ’00 worden geboren? En Marijn? En Matthijs? Het is de IJ, een enorm populaire klank in zowel hockeynamen voor meisjes (Cathelijne, Karlijn, Willemijn, Meis) als jongens.
Deze week vroeg ik jullie welke IJ-naam het leukste is. Ik geloof niet dat ik eerder zoveel verdeeldheid zag: blijkbaar zijn ze allemaal goed. Ruim 200 lezers gaven hun stem en met een heel kleine meerderheid werd het de ‘modernste’ naam in de lijst: Tijn (15 procent). Gijs, voorheen populair onder zowel boeren- als notariszonen en nu ook omarmd als geschikt broertje voor Stan of Jip volgt op de voet (13 procent).
Stijn, Pepijn, Thijs, Valentijn, Marijn, Matthijs en Merlijn konden op ieder 8 tot 11 procent van de stemmen rekenen, terwijl Martijn de afsluiter was met 4 procent van de stemmers.