Een paar jaar geleden doken ze ineens overal op, jongetjes genaamd Valentijn.
Terwijl de meeste van hun generatiegenoten het moeten doen met een stoere/korte naam, kozen hun ouders tegen de stroom in voor een romantische hockeynaam.
Natuurlijk is Valentijn prima af te korten tot Tijn, zodat hij toch mee kan in de stroom van kinderen die Tim, Thijs of Tijmen heten.
Valentijn kwam tot de late jaren zestig maar een enkele keer voor in Nederland en is de afgelopen twintig jaar verworden tot doorsnee jongensnaam.
Op het hoogtepunt in 2010 werden ruim 170 jongens Valentijn genoemd; in 2011 waren het er naar schatting zo’n 20 minder.
Oorsprong
De naam is afgeleid van het Latijnse ‘valens’, wat volgens het Meertens Instituut zoveel betekent als ‘sterk, gezond, invloedrijk‘. Geen slechte betekenis dus.
Sint Valentijn was een martelaar wier kerkelijke feestdag op – je raadt het al – 14 februari valt. Valentijnsdag had vroeger weinig te maken met Milka-chocoladeharten of eenzaam uit Kenia ingevlogen rode rozen, maar meer met prille liefde.
Het was op verschillende plekken in Engeland bijvoorbeeld de dag “waarop jonge mensen meenden te kunnen raden wie hun aanstaande zou zijn.”
In Nederland
Valentijn en Valentinus waren oorspronkelijk nogal Brabantse namen (ook wel verbasterd tot Velten), maar dat is anno 2012 niet meer zo.
Tegenwoordig komt de jongensnaam overal regelmatig voor; iets vaker in grote steden en gebieden met een hoog gemiddeld inkomen dan elders.
IJshockey
Ik zei het al: een hockeynaam, Valentijn. Broertjes heten Julius, Florian, Olivier of Alexander; zusjes zijn Flore, Juliette, Rosalie of Madelief.
Of Puck, want dat is ook best (ijs)hockey.