Van de week vroeg ik jullie welke namen de Servische vertalers van het oorspronkelijk Engelstalige boek Freakonomics in gedachten hadden toen zij Vejverli, Kejt, Aser en Vil als populairste namen in het Amerika van 2015 noemden.
Niet dat ik zelf ook maar het flauwste benul had: ik gokte op Beverly, Keith, Acer en Will. Niet (helemaal) goed gegokt. blijkbaar.
Ik vermoed dat het echter ging om de meisjesnamen Waverly en Kate en de jongensnamen Asher en Will.
Ehm… ok.
Lezeres Roos (wat klinkt dat eh… Margriet/Libelle) had twee van de vier namen goed en is daarmee lezeres van de week!
Hier is de hele (oorspronkelijke) lijst op pagina 203 en 204 in het (Engelstalige) boek:
Annika, Ansley, Ava, Avery, Aviva, Clementine, Eleanor, Ella, Emma, Fiona, Flannery, Grace, Isabel, Kate, Lara, Linden, Maeve, Marie-Claire, Maya, Philippa, Phoebe, Quinn, Sophie, Waverly.
Aidan, Aldo, Anderson, Ansel, Asher, Beckett, Bennett, Carter, Cooper, Finnegan, Harper, Jackson, Johan, Keyon, Liam, Maximilian, McGregor, Oliver, Reagan, Sander, Sumner, Will.
Deze lijsten zijn gebaseerd op de namen die hoogopgeleide Amerikaanse ouders rond de eeuwwisseling aan hun kinderen gaven, ingegeven door de conclusie dat minder hoog opgeleiden uiteindelijk zullen volgen.
Sommige namen zijn in de zeven jaar sinds het onderzoek al aardig gestegen in populariteit. Ook in Nederland trouwens.