In ‘Taalkritiek in tijden van terrorisme: De makers van taalwebsites’ vraagt Marc van Oostendorp zich af wat “de makers van door particulieren gedreven websites over taal” drijft.
Eerder schreef ik hier al over, toen ik in december geïnterviewd werd voor het artikel in het januarinummer (2006) van taaltijdschrift Onze Taal.
Uit de voorpublicatie:
Emma van Nifterick van www.voornamelijk.nl, een website over voornamen, durft op die laatste vraag [Hoeveel tijd kosten het bijhouden van de site? EvN] bijna geen antwoord te geven. “Het zijn er in ieder geval veel te veel.” (…)
Waar doet ze het voor? “Een belangrijke reden is het contact met mensen die net zo gestoord zijn van namen als ikzelf”, zegt ze. “De mensen in mijn directe omgeving vinden het wel leuk voor mij dat ik met die namen bezig ben, maar zelf kunnen ze er niet zo veel belangstelling voor opbrengen.”
Van Niftericks website is een voorbeeld van de steeds verder gaande specialisatie van het internet.
Leken internetgebruikers in het begin vooral hun eigen leven te willen beschrijven, de laatste jaren komen er steeds meer websites over kleine en specialistische onderwerpen.
Was het vroeger bijna onmogelijk om mensen te treffen met dezelfde specifieke belangstelling, tegenwoordig biedt het internet uitkomst.